Arnijm ligt bij Hemwegen. Gewoon rechtdoor. Geen zijwegen. Kom over de
brug en je bent er. Liftend van daar naar hier zie ik een rij van mannen
met papieren op de passagiersstoel, ze zijn blijven liggen. Leg ze even
weg want ik moet mee. De eeuwige vraag wie ik ben wat ik doe en waar ik
heen ga, stelt hij meestal op de brug.
Dat verveelt en daarom ben ik elke dag een ander. Het verhaal loopt goed,
een kwartier lang praat ik over faxen en faillissementen. Hij herkent
zijn dochter die ook in de verpleging zit of denkt aan die vriend die
nu pas piano studeert. En soms bekent hij dat zijn vrouw ook graag in
Arnijm gaat winkelen. Ik verkoop liever een goed verhaal dan een geeuw
opdat jij je niet verveelt schat!
Hij zit bij de politie en heeft ooit een moord opgelost van een studente
aan de kunstacademie. Ja die groene tekenmappen zijn dodelijk.
Het waait en Hemwegen bepaalt dat we om moeten rijden. Ik wil niet naar
Hemwegen.
Zet me hier maar af. Ik reis met gemak back to the eighties en sta zonder
OV-jaarkaart en mobieltje met een tekenmap bij de benzinepomp. Gekoeld
met een waterijsje, neem ik de lift naar arnijm.
Wapke Feenstra
September 2005
|